Dankuur

Dankuur

komen
votum
groet
dnp 65:1,4

voor het danken
Het is dankdag (zie onder)
gebed
Genesis 4
El Shaddai
De eerste kerkdienst (verkondiging vanuit Genesis 4:26)
De goedheid van God
HC zondag 10, v/a 27; HC 45, v/a 116
Tel je zegeningen (zie onder)

danken
dankgebed
gz 137 (GK06, ‘k Wil u, o God, mijn dank betalen)

na het danken
collecte (Drenthe Mission: Venezuela)

gaan
dnp 89:4
zegen

__

Het is dankdag (wijs: Ik ga slapen, ik ben moe)

1 Het is dankdag in de kerk
voor wat groeit en voor het werk.
U gaf kleren en een huis.
Er was eten bij ons thuis.

2 Er was school en er was werk.
En we mochten naar de kerk.
Bovenal gaf u uw Woord,
Steeds opnieuw heb ik ’t gehoord.

3 Het is dankdag in de kerk
voor wat groeit en voor het werk.
Dankbaar dienen wij u, Heer.
Deze dienst is tot uw eer.

___

Tel je zegeningen (wijs: Joh. de Heer 256)

1 Op de dagen dat het leven tegenvalt,
of als je weer denkt: ik heb het goed verknald,
tel dan eens de mooie dingen een voor een
en je ziet verbaasd: God laat mij niet alleen.

(Refrein)

Tel je zegeningen, een voor een.
Tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle, noem ze een voor een.
En je ziet Gods liefde dan door alles heen

2 Als er grote zorgen drukken op je hart
en zelfs klein genieten komt maar niet van start,
tel dan eens je zegeningen, zie je Heer.
“Hoop op Mij doet leven”, zegt Hij keer op keer.

(Refrein)

3 En als je een ander ziet met heel veel geld,
weet dan: goud en goed is iets dat niet lang telt.
Tel je zegeningen, voor geen geld te koop.
Schatten in de hemel geven vaste hoop.

(Refrein)