vooraf
– Vaste hoop
komen
– welkom
– votum
– groet
buigen
– verootmoediging
– dnp 43:3
horen
– gebed
– 1 Tessalonicenzen 5:1-11
– Een hoop hoop (preek over bijbelse hoop)
– Een toekomst vol van hoop (Sela)
geven
– gebeden
– collecte (zending/evangelisatie)
gaan
– Mijn hoop is op u Heer (opw 337)
– zegen