komen
* votum
* groet
* ps 42:1,5 (oude berijming, ’t Hijgend hert)
buigen
* 10 geboden
* ps 56:5 (oude berijming, Ik roem in God, ik prijs ’t onfeilbaar woord)
horen
* gebed
* 1 Tessalonicenzen 4:13-18
* Troost elkaar met deze woorden (1 Tessalonicenzen 4:18)
* gz 137 (GK06 ‘k Wil u o God mijn dank betalen)
geven
* gebeden
* collecte (TU Kampen)
gaan
* lb 769:1,2 (Eens als de bazuinen klinken)
* zegen